Ooit kwam een mooie vrouw café Rooie Nelis binnen. Ze zag de kastelein wel zitten. ‘Wat zeg je, een mooie vrouw!? Ze was gewoon zo geil als de pleuris!’ Aan het woord is Blonde Sien, drieëntachtig jaar. Naast haar op het vertrouwde hoekje van de bar zit de kastelein in kwestie: Zwarte Gerrit (ondertussen zo grijs als een dakduif), eenentachtig jaar, echtgenoot van Sien. Sien met een Beerenburg en een sinas tegen de dorst, Gerrit met een pilsje. Ja, of een whisky. ‘Ik lust alles.’
Wij krijgen ook snel wat van Sien te drinken, ‘want anders krijgen jullie dorst en dat moeten we niet hebben’.
Als hier de telefoon gaat, neemt Gerrit op met ‘Met de NSVH’ en als hij te lang over een andere vrouw praat, zegt Sien: ‘Maar ik heb toch ook geen bochel?’ Zulke gesprekken. Drie onderwerpen zijn hier taboe: politiek, geloof en liefde. Sien: ‘Van al die dingen krijg je oorlog. Die z’n wijf heeft ergens anders liggen potten, die d’r man is homofiel geworden. En dan mag jij het op een ander verhaal brengen, zodat het weer gezellig wordt.’
Dit is de Jordaan, buiten de toeristenroute. De zaak opende in 1937. De eerste eigenaar was Rooie Nelis, zoon van Zwarte Nelis en vader van Blonde Sien. De Jordaan heeft iets met bijnamen. Sien: ‘De vader van mijn moeder heeft één stoot op zijn porem gehad en die heette zijn hele leven Jan de Lip.’
Het muziekrepertoire bestaat voornamelijk uit André Hazes, al beweert Gerrit een Engelstalig nummer in huis te hebben (‘van Froger’). Het interieur voldoet aan de stijlwetten: muren zijn er niet voor behang, die zijn er voor lijstjes met foto’s. Op die foto’s staan portretjes van Nelis en Sien door de jaren heen en van Gerrit toen die nog echt Zwarte Gerrit was. Verder een eindeloze stoet BN’ers: André van Duin, Hazes zelf natuurlijk, Danny de Munk, Opera Pietje, Gordon (‘die is hier begonnen, we kregen hem aangeboden van de marktjongens’), Rudi Carrell, twee generaties Alberti. Maar de grootste trots aan de muur zijn foto’s van stamgaste Beatrix als twintiger, als dertiger, als veertiger en als zeventiger. Blonde Sien is zelfs geridderd, vertelt ze niet alleen aan iedereen die het horen wil. Alleen met Koninginnedag, het hoogtepunt van het jaar voor Rooie Nelis, zijn de muren leeg. De onderste rijen foto’s gaan dan in een doos, want die worden steevast gejat. Wim Sonneveld was al twee keer spoorloos, dus die hangt nu helemaal tegen het plafond. We kunnen rustig stellen dat Rooie Nelis tegenwoordig een politieke factor is. Oud-premier Balkenende hing hier in zijn studententijd regelmatig aan de bar en bij zijn laatste verkiezingen in 2009 kwam hij ten einde raad vanuit Rooie Nelis campagne voeren. En kort na diens aantreden stond burgemeester Eberhard van der Laan opeens voor Blonde Siens neus. ‘Godskolere, krijg nou wat,’ sprak ze, en gaf Van der Laan een zoen plat op de bek. De burgervader heeft later nog een portret van zichzelf laten bezorgen, voor aan de muur hier. Gerrit ontviel ons in 2019. Café Rooie Nelis sloot een paar maanden eerder.