Minder roepen, meer luisteren

Ik heb drie dochters. Eva (22) is klaar met haar studie culturele antropologie op de UvA en probeert in deze Corona-crisis op alle manieren aan werk te komen. On-line klusjes, afhaalhoreca, bijles. Je moet wat als lockdownjongere.

Lola (bijna 13) zit op de democratische School2Life, bracht tot vorige week haar dagen haar maanden door op TikTok (ze spreekt inmiddels vloeiend Engels en heeft meer volgers dan haar vader op de sociale kanalen) en probeert mij onaflatend de ins en out van kwantummechanica en alles over Billie Eilish bij te brengen. Roos (17) zit op het Barlaeus gymnasium en volgde maandenlang onderwijs per zoom, vanuit huis. Heel af en toe mocht ze naar school om PTA’s te maken.

Soms probeer ik haar te helpen. Bij Grieks en Latijn heeft ze niks aan me, met wiskunde ben ik in de loop van de derde brugklas afgehaakt, maar Nederlands gaat me best aardig af en met het huidige PTA zaten we midden in de herkomst van ons democratisch stelsel. Vond ik mooi. Via Hobbes, Locke, Montesquieu, Spinoza en Rousseau naar trias politica, het parlementair stelsel, de Grondwet van 1848, het ontstaan van Eerste en Tweede kamer en de verschillen tussen ons en het Britse en Amerikaanse systeem. 

We raakten in gesprek hoe je er eigenlijk achter komt wat je het best kunt stemmen. Ik stelde voor samen een stemwijzer in te vullen. Roos kwam uit op Groen Links. Mijn stemwijzer vertelde me dat ik het voor 71% eens was met D66, maar dat stemadvies had niet veel om het lijf: het verkiezingsprogramma van PvdA en VVD genoten voor 69% mijn goedkeuring, CDA, 50Plus (god betere het), Volt (!?) en de ChristenUnie 66%. Daar kwamen we niet veel verder mee. Eigenlijk kwam het me best goed uit: in mijn hart had ik al besloten bij deze kamerverkiezingen een andere afweging te maken. 

Ik ben me steeds meer gaan ergeren aan het machismo in de politiek. Het chronisch tekort aan empathie, het botte wegzetten van hele groepen jongeren als tuig, volwassen als ‘aso’s’ betitelen omdat ze zich even niet helemaal aan het woud van opgelegde Corona-regels houden. Na een jaar zwalkend Corona-beleid en een falende vaccinatie-strategie zou een beetje begrip en bescheidenheid meer op zijn plaats zijn. 

In deze crisis lijken onze politici het surplus aan macht dat hen nu toevalt verslavend lekker te vinden. Grapperhaus, Rutte, De Jonge grossieren in bühne-stoerheid, pedante zelfgenoegzaamheid en een über-stellig geloof in het eigen gelijk. Tegelijkertijd viel het me op dat landen met een vrouwelijk staatshoofd het in deze crisis verdomd goed doen, bovendien gesteund door een breed draagvlak onder de bevolking. 

Ik ga stemmen voor meer vrouwelijkheid in de Nederlandse politiek. In de eeuw van mijn dochters wordt het tijd dat de Nederlandse politiek feminiseert. Minder one-liners, minder hard-liners, minder Bokito, minder machismo. Minder roepen, meer luisteren. Dat is goed voor ons. Mijn stem gaat naar Sigrid Kaag van D66.

PS: U mag me corrigeren, maar voor zover ik weet is er van alle Zakenvrouwen van het Jaar nog nooit eentje failliet gegaan. Best een geruststellende gedachte voor de komende tijd.

 

kluun minder roepen

SCHRIJF JE IN VOOR DE NIEUWSBRIEF VAN KLUUN!