Beste Willem,
Heb jij eigenlijk een racefiets? Ik vermoed van wel. Je hebt alle kenmerken om er eentje te bezitten: man van middelbare leeftijd, buikje en tuk op hippe bezigheden. Ik zie je al helemaal staan in zo’n winkel waar ze alleen fietsen verkopen die beginnen bij de prijs van een middenklasse auto. Jij met een JFK exemplaar in je hand, wijzend op een kek matzwart fietsje en bijbehorend outfitje: ‘die wil ik hebben, meneer de fietsverkoper.’ Het zou me ook niks verbazen als jij intussen lid bent geworden van zo’n zondagochtendwielerclub met een afgrijselijke naamen als WC Remspoor of iets anders lolligs.
Ik zou er een moord voor doen om jou een keer op een zondagochtend met dat grote lijf van zo’n te duur fietsje te zien afstappen na een rondje De Ronde Hoep. Dat ik op een terras lekker aan een Latte Macchiato en een stuk appeltaart zit en dat jij dan na een paar uur zwoegen in een verwoede poging toch eens een keer ondeer die honderd kilo te komen, van dat ultralightfybercarbon fietsje afklimt en dan, beentjes in de O-stand, hand op je pijnlijke rug, op van die wielrennerschoentjes naar het terras strompelt.
Wielrennen is best een stoere sport, als je het lichaam en de leeftijd van Marcel Kittel, John Degenkolb of Mark Cavendish hebt. Maar dat hebben wij niet, Willem. Er is geen enkele recreatiesport, zelfs voetbal en duurlopen niet, die beoefenaars aantrekt wiens lichaam perfect is voor outdooractiviteiten als barbequeen, vissen en terrassen, maar ten ene male niet geschikt om uren achtereen op een fiets te zitten. Ze zeggen wel eens dat mieren bewonderenswaardige wezens zijn vanwege hun eigenschap dat ze vijftig keer hun eigen lichaamsgewicht kunnen dragen, maar wat dacht je van racefietsen, Willem? Dan ben je als prostituee nog beter af. Ook dan lig je wel eens onder een zwetend lijf dat twee keer zo zwaar is als jijzelf, maar alles beter dan iedere zondagochtend een paar uur lang de vlezige kont van een vadzige veertiger op je zadel te hebben.
Ik doe niet mee aan de wielerclubjestrend. Ik moet er niet aan denken om mijn benen te scheren en ze op zondagochtend te gaan staan invetten terwijl mijn vriendin me vanachter haar krantje zit te bekijken. Ze is nog van de generatie die vindt dat mannen toch wel een minimale hoeveelheid lichaamshaar dienen te hebben om als heteroseksueel aangemerkt te kunnen worden. Als zij me zo zou zien staan, met glimmende geschoren beentjes in van die witte sokjes, dan wordt het in de weken erna geen wilde boel in bed, hoor.
En toch, ik durf het bijna niet te bekennen, Willem, ben ik sinds een paar weken in het bezit van een soort van racefiets. Niet een heuse, maar een soort van. Ik zag haar staan bij het Zwarte Fietsenplan op de Ceintuurbaan, toen ik net een kinderzitje voor op mijn andere fiets liet install… ach dat doet er ook eigenlijk niet toe, ik zag haar gewoon staan.
Mooi mat zwart, rode velgen, en ze heet VYDZ. Zo noemen ze hun merk daar bij VYDZ. VYDZ. Dat komt van Fiets, gok ik. Eigenlijk om je dood te schamen, zo’n door een naamgevingsbureau beachte ‘O-wat-zijn-we-hip-met-onze-Y-en-Z-in-de-naam’-naam. Maar what the fiets, het is een kek karretje.
Ik ga er niet op zondagochtend mee weg, maar gebruik haar voor stadse ritjes waarbij ik geen kinderen, boodschappen of lege flessen hoef te vervoeren. Dat komt zelden voor, maar ach, dan staat ze gewoon mooi te wezen in mijn werkkamer. Want ik kan haar natuurlijk niet buiten laten staan, dan is ze zo weg, met haar ranke voorkomen. Maakt zo’n foute naam als VYDZ ook niets meer uit. Leer mij mannen van middelbare leeftijd kennen, die hebben schijt aan een naam, als ze maar jong en slank is.
PS: Over foute namen gesproken: hoe is het eigenlijk met Sletlana, waar je me toen een keer aan voorstelde, Willem? Schrok ze enorm niet van die uitspraken van Zijlstra, dat hij weigerde borstvergrotingen van vluchtelingen te vergoeden?