‘It is black Pete, I cannot change that.’
‘Yes, you can.’
Het jachtseizoen is dit jaar vroeg geopend. Het is nog geen april en er wordt al op Zwarte Piet geschoten. Onze minister president hield afgelopen weekend de schietschijf omhoog, Paul de Leeuw schoot de eerste kogel de media in bij DWDD. De Leeuw, net alAs ik vader van tenminste één kind dat nog in de goedgelovige fase zit, had Twelve years a slave gezien en stuurde alle leden van de Tweede Kamer een exemplaar van Twelve years a slave, met een brief erbij. Het is pas maart, zei hij, maar nú kunnen we er met alle beslissers (burgemeester Van der Laan, de Sint zelf natuurlijk, Dieuwertje Blok) nog wat aan doen.
Paul de Leeuw heeft gelijk. Enkele jaren geleden schreef ik nog dat ik het onzin vond, al dat gelul over discriminatie. ‘Ik zie om me heen op het Leidseplein tientallen Surinaamse kinderen net zo hard en blij roepen naar Zwarte Piet als onze drie bleekscheetkinderen.’
Robert Vuijsje bracht me vorig jaar met zijn opiniestukken van aan het twijfelen. Hij had nu pas gehoord dat Surinaamse leeftijdgenoten van hem zich vroeger op de lagere school altijd zeer ongemakkelijk hadden gevoeld als Sinterklaas de klas binnenkwam, met in zijn kielzog een paar zwart gekleurde knechten die zich aanmerkelijk dommer en gekker voordeden dan de Sinter zelfs. David Sedaris maakte me aan het lachen, maar vooral fronsen met zijn verhaal waarin hij zijn verbijstering beschrijft over Sinterklaas, die steevast door ‘zes tot acht zwarte helpers’ werd begeleid.
Iemand stelde vorig jaar de vraag: stel dat je bezoek hebt van een zwarte vriend, zou je dan samen zonder enige gêne naar een Sinterklaas-optocht gaan kijken? Nee. Ik vrees van niet.
Het buitenland bepaalt niet aan wat voor tradities een land wel en niet mag vasthouden. Dat bepalen we zelf. Zelfs als het rottradities zijn, het zijn wel ónze tradities.
Wij bepalen niet of ze in Spanje wel of niet moeten stoppen met stierenvechten.
Wij bepalen niet of het normaal is dat een Italiaanse premier bunga bunga-feesten houdt.
Wij bepalen niet of het normaal is dat ze in Frankrijk vrolijk foie gras blijven dooreten.
En zij bepalen niet of wij wel of niet Zwarte Pieten hebben, ter vermaak van onze kinderen.
Maar het buitenland is wel een spiegel.
Zie de uitglijer van Rutte over zijn Antilliaanse vrienden die hun gezicht niet hoeven te wassen en hij wel, na een potje Zwarte Piet-spelen. Ik zal niet de enige zijn geweest die de beelden amper durfde uit te kijken vanwege plaatsvervangende schaamte. Zou Obama het meegekregen hebben? Of heeft hij zijn mond maar gehouden, omdat het anders niet ‘gezellig’ bleef? In beide gevallen was de opmerking van Rutte tenenkrommend.
Op alle tradities zit een uiterste houdbaarheidsdatum. Slavernij was ook een van onze tradities.
Al in de late jaren zestig (ik was vijf) vertelde mijn moeder mij dat dat van die roe en die zak helemaal niet waar was. Sint nam geen kinderen mee naar Spanje en Zwarte Piet sloeg ook niet met een roe, wat de teksten van de liedjes je als kind ook wilden doen geloven.
Na de roe en de zak is het tijd om schoon schip te maken met Zwarte Piet. Ook al is hij zwart als roet, hij meent het toch goed. Lul dat maar eens recht. Laat ons met zijn allen beseffen dat het in een multiculturele maatschappij geen pas meer geeft om blanke mannen zich zwart te laten verven en ze dan als paljassen rond te laten hopsen, met een gebrekkig accent Nederlands te laten praten en gezellige domme dingen te laten doen, zoals vergeten de kadootjes mee te nemen uit Spanje, het zoekmaken van het Boek van Sinterklaas, het achterlaten van Americo of het kwijtraken van een hele stoomboot.
Laten we dit jaar beginnen om iets te doorbreken.
Ze hoeven niet allemaal ineens te verdwijnen, die Zwarte Pieten. Als we nu beginnen met de Zwarte Pieten mondjesmaat te mixen met witte, groene of deels zwartgeverfde collega’s. En volgend jaar weer wat meer. Een afvloeiingsregeling volgens het poldermodel. Tegen hun derde beginnen kinderen pas iets van het feest te begrijpen en tegen hun achtste horen ze dat een sprookje is. Als we het spreiden over drie jaar is het voor de peuters van 2017 de abnormaalste zaak van de wereld dat Sints knechten ooit vanzelfsprekend zwart waren.
Laten we in Amsterdam het voortouw nemen om een achterhaalde, door velen in en buiten ons land als racistisch ervaren traditie af te bouwen.
Willen we meer of minder Zwarte Pieten in Amsterdam?
Dan gaan we dat regelen. Nu kan het nog.
————————————————–
Dit betoog staat vandaag in Het Parool