De Amsterdamse horeca mist haar leven.
Vrienden die ik vertelde met welk project ik bezig was de afgelopen weken, reageerden jaloers; ‘Dus je gaat gewoon op kroegentocht?!?’ ‘Ja!’
Nou ja, kroegentocht: verhalen voorlezen over het Amsterdams nachtleven, op klaarlichte dag, samen met een cameraman in volledig uitgestorven clubs en cafés.
Aan de Amsterdamse Nachten – de lockdown series.
We beginnen op de Zeedijk, ‘s nachts het afvoerputje van de stad. Nu, op dinsdag om 14u is het er leeg. ‘Hallo!’ roep ik als ik Casablanca betreed. Ik inhaleer gretig de geur van verschraald bier. Aan de muur van karaokebar Casablanca hangt een poster met de aankondiging van de bands die er in maart optreden. Maart 2020, wel te verstaan.
Naast de bar van theatercafé De Smoeshaan staat de vloer vol verfblikken. Her en der bouwmaterialen. Voor de ramen hangt de kerstversiering.
Poptempel Paradiso is naakt, ontdaan van alle sfeer en energie. ‘Na de laatste strengere regels hebben we besloten maar helemaal dicht te gaan,’ vertelt programmeur Sanne Lohof. Weemoedig staart ze naar de bar, die wordt verbouwd. Ik zie de ingewanden van de biertap, de leidingen, het houten geraamte van de bar. Het voelt alsof ik een operatie zie die ik niet hoor te zien. Clubonterend.
De dansvloer van Amsterdams hipste nachtclub, Jimmy Woo, is niet gevuld met mooie strakke feestgangers maar met hometrainers. Die op hun beurt sinds de strengere lockdown ook niet meer in gebruik zijn. De bedrijfsleiding heeft de ruimte tijdens de lockdown verhuurd aan een sportschool. Jimmy Woo is als een saloon in een ghosttown.
Melkweg begint deze week met een visuele podcast. Als ik er op bezoek ben, staat op het podium een songwriter te vertellen over de achtergrond van zijn teksten. Voor een lege, donkere, koude zaal.
Palladium heeft haar restaurantgedeelte omgebouwd tot kantoor. Mac-beeldschermen staan op de plek waar anders Pinot Gris en Caesar Salade wordt geserveerd. Zoals zoveel horecazaken is Palladium maar aan het thuisbezorgen geslagen om zo weinig mogelijk mensen te moeten ontslaan. Mijn zalmpasta krijg ik mee in een tasje. Ik heb ze 12 euro omzet bezorgd vandaag.
Eigenaresse Annemarie van feestcafe Nol (altijd lol) wil de auteur tijdens het voorlezen best een biertje offreren, maar ‘dan moet je wel houwe van een warme 0.0 die over de datum is, schat.’ ‘Wat mis je het meest?’ vraag ik overal. ‘Alles,’ antwoordde Annemarie, ‘zelfs de zeikklanten.’
Bij Ruk & Pluk op de Middenweg in Oost slagen we aan het eind van de opnamesessie maar niet in om het pand te verlaten. Eigenaresses Marijke en Jannie (‘ hartsvriendinnen sinds 1970’) houden ons, staand op hun vertrouwde positie achter de bar, net zo lang aan de praat tot ik haast sméék om naar huis te mogen omdat ik nu toch echt mijn kinderen kan gaan voederen.
La Bastille, Cooldown en de Surprise Bar: overal leven kasteleins, bedrijfsleiders, eigenaars op als we binnenkomen. Er is bezoek! Twee man. In de middag. Zonder consumptie.
De Amsterdamse horeca mist meer dan haar omzet. De Amsterdamse horeca mist haar leven.
Het boek ‘Aan de Amsterdamse Nachten’ van Kluun & Hans van der Beek is te koop in de webshop
#steunuwlokalehoreca
Aan de Amsterdamse Nachten wordt herdrukt in een exclusieve uitgave. Je kunt je hier inschrijven voor deze uitgave, gesigneerd door beide schrijvers.”