Geplaatst op

De Geluksroute

de geluksroute

Twee jaar geleden stapte Anne de Jong mijn woonark in om te praten over een goeie titel voor haar boek. Anne was mijn juf geweest het jaar ervoor, ik volgde mijn opleiding tot coach bij haar opleidingsinstituut NONONS.

Het ging al snel niet meer over het boek, maar over het leven en de liefde.
De avond knetterde, we raakten niet uitgepraat en uitgelachen. Rond middernacht ging ze naar huis en liet me totaal van de kaart achter.

In die tijd overleed mijn moeder. Het duurde enkele weken voor we elkaar weer zagen. We dineerden die avond bij PepeNero, een Italiaans restaurant in de buurt van mijn woonark. Daar gingen we dieper in op haar boek. We dronken voldoende om ook steeds opener te zijn over het leven. Tussen alle drankjes en gesprekken in, stond ik op om naar de wc te gaan. Ik zei dat ik, als ik terugkwam, een vraag voor haar had.
‘En?’ vroeg ze me, ‘wat was je vraag?’
Ik durfde niet zo goed, had eigenlijk gehoopt dat ze mijn opmerking al weer vergeten was na alle prosecco, Soave en Scroppino.
‘Is dit contact voor jou nog steeds zakelijk?’ vroeg ik, verlegen als een schooljongen.
Die avond werd ik smoorverliefd op haar.

We zijn twee jaar verder. Nog elke dag ben ik onder de indruk van de intelligentie, humor, schoonheid en liefde van haar. Elke dag ben ik dankbaar dat zo’n geweldige vrouw van mij houdt.

Gisteren hadden we een diner met al onze kinderen. Bij het toetje ben ik voor Anne op mijn knieën gegaan, met @eva.vdk98 , @eise.kratz , @roos.vdk , @mare.hk en @lola.vdklundert als getuigen van mijn liefdesverklaring.
Ze zei ja. Mijn juf wordt mijn vrouw.

PS: de titel van Annes boek werd uiteindelijk degeluksroute . Die kwam niet van mij.

Geplaatst op

Horeca en zorg zijn geen rivaliserende voetbalclubs

Ajax-Feyenoord, AC Milan-Inter, Celtic-Rangers, Man City-Man United, Barcelona-Real MAdrid en NAC-Willem II zijn klassieke kruitvaten op het hoogste niveau in de voetballerij. De afgelopen weken leek het soms of ‘FC De Zorg’ en ‘Horeca United ook rivalen waren in  een strijd om het morele gelijk. Horeca vs Zorg als de El Classico van de Coronadivisie.

Johan de Vos is vice voorzitter van het Koninklijk Horeca Verbond Nederland. Hij roept al weken dat de horeca niet het probleem, maar onderdeel van de oplossing is. Deze week, op Koningsdag, waar burgemeesters in het hele land niet anders konden dan straten, pleinen parken maar weer af te sluiten, toonde zijn gelijk weer aan: laat het regulieren van stromen mensen die gewoon een biertje willen pakken in de zon over aan de horeca in plaats van aan dappere boa’s en goedwillende politie agenten.

Veel beleidsmakers in ziekenhuizen waren het de afgelopen weken met hem eens. Maurice van den Bosch, CEO van het OLVG in Amsterdam: ‘We denken dat versoepeling contrair staat op lockdown regels (…) Eens met de burgemeesters dat beheerste openstelling van buitenruimte juist kan helpen om besmettingen te voorkomen, omdat zo ongeregelde samenkomsten tegen worden gegaan. Vertrouw er vervolgens op dat horeca-ondernemers correct handhaven en maak ze mede-eigenaar van de oplossing.

Mijn zus, @onsmelaan, werkt al bijna twintig jaar in de zorg, in het TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg, een van de ziekenhuizen die het laatste jaar regelmatig in het nieuws was. Sinds het begin van de Corona-crisis is ons Melaan, net als veel van haar collega’s, van afdeling naar afdeling gesleept. De eerste drie maanden werd ze op de voor haar nieuwe afdeling chirurgie in haar eigen TweeSteden aan de Rueckertbaan in Tilburg geplaatst. Die afdeling werd bij het begin van de tweede golf (schrijf je dat eigenlijk met hoofdletters tegenwoordig?) van de ene op de andere dag opgeheven. Ze werd ingekwartierd bij neurologie, traumalogie, MDL (MaagDarmLever, ik moest het even vragen aan haar) op de locatie Elisabeth Ziekenhuis, aan de andere kant van de stad. ‘Er zijn collega’s die in een jaar twaalf afdelingen hebben aangetikt,’ appte mijn zus.

Gisteren, om twee minuten over twaalf in de middag, twee minuten na de opening van de terrassen, postte @onsmelaan een foto van haarzelf en haar man, Corné (@onsknee, jawel, we zijn in Tilburg), met hoofden als blije appelbollen vanaf een terras op het Hilvarenbeekse Vrijthof. Onsknee zette een foto van twee glazen mooie rosé op social media.

Het zijn allemaal mensen met dezelfde wensen, zou meneer de Uil van de Fabeltjeskrant (jawel, we zijn vijftigers) zeggen. Het zijn allemaal mensen die van onzekerheid in onzekerheid zijn gevallen het afgelopen jaar. De een vreesde zijn levenswerk teniet te worden gedaan omdat hij niet mocht werken, de ander moest zo hard werken dat haar prive-leven haast teniet werd gedaan. Eindelijk mogen @onsmelaan, @onsknee en wij allemaal ons weer, al is het maar van twaalf tot zes, laven aan wat de horeca een stuk beter kan dan een plein, park of groenstrook: reguleren, registreren, organiseren en serveren.

Een van mijn favoriete lyrics van Bruce Springsteen komt uit Badlands (1978). ‘For the ones who have a  notion, A notion deep inside, that it ain’t no sin to be glad your alive.’

Ik ben trots op mijn zus, die met al haar passie in de zorg mensen het leven helpt leven in zware tijden, maar tevens nooit vergeet dat je je nooit, nooit hoeft te schamen om te genieten van het leven, ook in Corona-tijd. Ik hoop dat de mensen in de horeca de komende maanden hun passie weer mogen uitoefenen. Dat is beter voor ons allemaal.

Geplaatst op

Te hip voor papa

Ooit, halverwege de jaren zeventig, was ik misdienaar. Het niet doorgaan van het beloofde jaarlijkse misdienaarsreisje was de eerste belofte die de kerk verbrak. Daarnaast werd nagenoeg geen enkele van mijn avondgebeden verhoord: Willem II wilde maar niet promoveren naar de Eredivisie, mijn ingroeiende teennagel ging niet vanzelf over, maar moest na maanden dralen met matige plaatselijke verdoving verwijderd worden door de dorpsarts, Wilma Jacobs werd niet verliefd op mij maar op Barend Stratinga en mijn puisten bleven eruitzien als kernkoppen die zichzelf elk moment dreigden op te blazen. Onze Lieve Heer en het katholieke geloof konden mijn rug op.

Het denken over de zin van het leven en het hardnekkig geloven dat er toch verdomme wel Iets moet zijn heeft me nooit helemaal losgelaten. Het leven kon toch zeker geen toeval zijn? Toen mijn eerste vrouw net was overleden, ruim twintig jaar na het einde van mijn carrière als misdienaar, las ik, op doorreis door Australië met mijn dochter Eva (3), hele meters zweefmolenliteratuur. Neal Donald Walsch, Eckhart Tolle, het Tibetaans Boek van Leven en Sterven, Deepak Chopra, Karen Armstrong, Scott Peck, Richard Bach, Paulo Coelho, alle ietsisten die de wereldbol rijk is, nam ik tot me.

Nu, weer twintig jaar later, ben ik geen steek wijzer.

Wat ik me de laatste jaren wel eigen heb gemaakt, is mijn eigen variant op het avond- en ochtendgebed dat ik op de Rooms Katholieke Basisschool De Hasselt in Tilburg leerde. Ik bid niet meer om genezende teennagels, winnende voetbalclubs en uitblijvende lichamelijke ongemakken. Het interesseert me niet zo veel meer wat goeroes beweren. Het interesseert me sowieso niet veel meer wat mensen beweren, vinden, zeggen.

Mijn variant op bidden, mediteren en wat dies meer zij is deze. Elke ochtend, tijdens mijn hardlooprondje, op de fiets of onder de douche, noem ik drie dingen waar ik trots op ben en drie dingen waar ik dankbaar voor ben. De eerste drie dingen die in me opkomen. Grote Zaken, banale gebeurtenissen, vanzelfsprekende dingen. Ik dank er niemand in het bijzonder voor en er hoeft ook niemand te luisteren. Dat ik dankbaar met het leven dat ik mag leiden, dat ik gezond ben, dat ik geen financiële problemen heb, dat ik een gelukkige jeugd heb gehad, dat ik vrienden heb op wie ik kan rekenen, dat ik het werk kan doen dat ik wil, dat ik inspirerende mensen ontmoet, dat ik een goeie band heb met de moeder van mijn kinderen, dat mijn zus en ik alleen maar meer van elkaar zijn gaan houden in de loop van ons leven, dat ik op het juiste moment in mijn leven de vrouw heb ontmoet die me zielsgelukkig maakt.

Waar ik trots op ben verschilt met de dag. Dat ik gewoon weer om acht uur ben gaan sporten die dag. Dat ik weiger om cynisch te worden. Dat ik best aardig scoor op mentale weerbaarheid. Dat ik, als ik een keer cynisch ben in een social media post, dat een dag later ook besef. Dat ik naar kritisch én met mededogen kan kijken naar wie ik ben en wat ik in mijn leven fout heb gedaan. Dat ik een zoon van mijn vader en moeder ben en veel van hun waarden en normen heb geadopteerd.

Een beetje lief zijn voor elkaar. Genieten van het leven. Je niks aantrekken van wat anderen vinden.

Waar ik misschien wel het meest trots op ben, zoals iedere ouder, is op mijn kinderen. Ik geloof in mijn kinderen. In de weg die ze bewandelen, alle drie op hun eigen manier. Ik geloof in hun kracht, hun persoonlijkheid, hun levensinstelling, hun ontwikkeling.

Deze week verrasten ze me met een diner bij mij thuis op de boot. Ik mocht die middag niet in de keuken komen en werd om zes uur verordonneerd ‘iets feestelijks’ aan te trekken. Bij de tafel stonden ze me, alle drie helemaal in de ankers qua make up en kledij, op te wachten.

Het diner had een thema.

U moet weten, of weet dat waarschijnlijk door mij te volgen op social media, dat enige missionaire drang mij niet vreemd is. Als ik enthousiast ben over een artiest, een album, een schrijver, een voetballer, een comedian, dan moet de hele wereld dat weten. Mijn kinderen en die van mijn vriendin huiveren als ik weer eens met mijn iPhone aan kom lopen omdat ze deze YouTube MOETEN zien, dit nummer MOETEN horen en deze post MOETEN lezen.

Mijn kinderen hadden me deze week tijdens het driegangendiner, onderworpen aan een kwis.

Het overall-thema: ik word vriendelijk verzocht vanaf nu muziek te draaien die bij mijn leeftijd past en ze niet meer te indoctrineren met mijn muziekfetishes op straffe van melding bij de kinder inspectie. Ik wens u veel plezier met het Spotifylijstje ‘Overplayed’ en ‘Te Hip voor papa.’

Aan het eind van de avond kreeg ik een oorkonde. ‘Geslaagd voor het analyseren, herkennen en benoemen van zijn eigen nummers’ en de belofte om ‘zijn dochters vanaf nu alleen nog lastig te vallen met oerdegelijke nummers die passen bij de typische vijftiger.’

Dat ik me eraan ga houden lijkt me sterk, maar u mag raden waar ik de ochtend erna tijdens het hardlopen aan dacht toen ik mezelf de dagelijkse vraag stelde waar ik dankbaar voor ben en waar ik trots op ben.

Ik gun u dezelfde dankbaarheid voor en trots op uw kinderen.

Kluun

PS: missionaris als ik ben: met trots deel ik hierbij ook het opvoedkundig zeer verantwoorde Spotify-lijstje ‘Inspired by papa.‘ Dat MOET u luisteren.

 

 

Geplaatst op

Bas de Eindbaas

Schrijver/columnist/journalist Leon Verdonschot, tv-maker/radiomaker/columnist Art Rooijakkers en ik, de zelfverklaarde Bruce Brothers, werden over onze held geïnterviewd voor een binnenkort te beluisteren podcast van Bas Louissen. Ik zal heel eerlijk zijn: ik kende Bas niet. Na afloop van de sessie, waarbij we gedrieën de interviewer urenlang onderdompelden in het Evangelie van De Baas, vroeg ik mijn zeventienjarige dochter om even een staatsieportret te maken. ‘Kende je Leon en Art eigenlijk al?’ vroeg ik. De bekende schrijver/columnist/journalist en de bekende tv-maker/radiomaker/columnist kregen nog net een beleefde hoofdknik, terwijl ze het woord enthousiast tot onze interviewer richtte: ‘He, jij bent Bas van de Man Man Man-podcast! Mijn vriendinnen en ik luisteren allemaal!’

Ik kreeg een flashback naar het schoolplein van de Tweede Daltonschool in het luxereservaat Amsterdam Zuid, zes jaar geleden.

Furtjuh

Al sinds 2003 ben ik vaste gast op het schoolplein van de Tweede Daltonschool in het luxereservaat Oud Zuid in Amsterdam. De school ligt naast het Hiltonhotel. Veel moeders gaan daar gezellig nog even samen een cappuccino van 6,50 euro drinken, nadat ze kun kinderen naar school hebben afgezet en voor ze naar de sportschool.

Ik kwam ook regelmatig in het Hilton, met een andere moeder van school, vlak voor we onze kinderen gingen ophalen. De moeder van Sanne en ik namen meestal een kamer op de achtste verdieping. Dat was handig, zo konden we zien of onze kinderen al op het schoolplein stonden en we ons dus langzaam een beetje moesten gaan aankleden en terug naar onze gezinnen moesten.

Ik heb drie dochters. Mijn oudste doet nu eindexamen Gymnasium, de andere twee zitten nog op de Tweede Dalton. Als alles volgens planning verloopt (en daar ga ik wel vanuit: mijn kinderen blijven nooit zitten, ze slaan hooguit af en toe een klas over) ben ik over drie jaar dan eindelijk schoolpleinouder af. Dan heb ik dus zeventien jaar achtereen op het schoolplein doorgebracht.

Er lopen meer BN’ers rond op het schoolplein van de Tweede Dalton dan in het Mediapark in Hilversum. De ouders van de kinderen hebben beroepen als acteur, schrijver, televisiepresentator, regisseur, dj, radiomaker of kunstenaar. Ik noem geen namen, maar laat ik het zo zeggen: zonder de ouders van de kinderen van de Tweede Daltonschool was De Wereld Draait Door dagelijks de helft korter. (Ook de moeder van Sanne kent u van televisie trouwens. En ja, ze zijn nep.)

Vorige week moest mijn twaalfjarige dochter Roos haar spreekbeurt houden. Ze had als onderwerp Furtjuh uitgekozen. Wat zegt u? U heeft geen idee wie Furtjuh is?

Ik wist het ook niet, moet ik eerlijk zeggen. Ik dacht even dat het misschien een 2.0 versie was van Furby – dat harige, pratende huisdier op batterijen dat in de jaren negentig ineens opdook en vervolgens alras uitstierf, maar dat is niet zo, Furby en Furjuh hebben niets met elkaar te maken. Hooguit hun oogopslag maakt ze enigszins verwant.

Onze dochters kennen Furtjuh wel. Ieder kind tussen de twaalf en zeventien kent Furtjuh.

Mijn dochter van twaalf hield haar spreekbeurt over Furtjuh. Ze weet alles van Furtjuh. Dat hij 27 is, in het echt Rutger Vink heet, dat hij van glitters houdt, dat hij met woorden als furbulous, furverschrikkelijk en furbruari een eigen taaltje heeft geconstrueerd, waarom hij begonnen is met Youtuben en dat hij vorig jaar uit de kast gekomen is. Bekijk de video waarin hij dat vertelt, Willem, die jongen deugt. Erg ontroerend.

Mijn dochter had bedacht dat ze ook een Furblulous t-shirt van Furtjuh wilde, om haar spreekbeurt extra cachet bij te zetten. Ik dacht, laat ik eens kijken of Twitter ook geschikt is om iets gedaan te krijgen in plaats van alleen bagger over je uitgestort te krijgen en jawel hoor: Furtjuh reageerde meteen en was graag bereid een t-shirt op te sturen. En hij had nog een idee: als hij nu zelf eens bij de spreekbeurt zou zijn, want het was verrassingsweek en in die week ging hij zoveel mogelijk kinderen verrassen.

De blik van mijn dochter toen Furtjuh tijdens haar spreekbeurt de klas betrad, was onbetaalbaar. Zo heeft ze nog nooit naar mij gekeken. Ook de kinderen in haar klas slaakten gilletjes en kregen rode koontjes. Zelfs de juf betrapte ik op bakvisgedrag.

Het nieuws dat er een ster rondliep in school, ging als een lopend vuurtje. Na de spreekbeurt stonden het schoolplein vol met kinderen die smeekten om een selfie met Furtjuh.

De aanwezige acteur, schrijver, televisiepresentator, regisseur, dj, radiomaker en kunstenaar stonden aan de rand van het schoolplein. Ze hadden geen idee wie die jongen was waar hun kinderen omheen dromden.

De kinderen wel. Furtjuh is de eindbaas van het schoolplein.

Dit verhaal (en vele andere vingeraflikkers) staat in KLUNEN2. Gesigneerd en wel te koop in de webshop.

 

 

 

 

Geplaatst op

Support your stamkroeg

Het idee schijnt oorspronkelijk van Heineken te komen en heet #shutterads, zo tipte iemand op LinkedIn me. En inderdaad. Heineken klapte er met veel geweld, flinke mediadruk en een vet (lees duur) geproduceerde commercial tegenaan in Buenos Aires. Maar sympathiek is het. Feel good Empathiemarketing in Coronatijden.

Mij viel het principe me pas op toen ik onlangs door de Van Woustraat fietste en de raamposter van Dirk van den Broek zag hangen op cafe Het huis van iemand anders. Ik schreef er dit verhaal over. #vinkdirk Daarop attendeerde iemand me erop dat het concept van de sympathieke Dirk raamposters van bureau Tosti Creative was.

Nu was ik zelf druk bezig met het monteren van de documentaire van Aan de Amsterdamse Nachten – de lockdownseries, die donderdag 8 april om 22u (avondkloktijd) op mijn site in première gaat. Misschien heb je in de laatste weken enkele video’s langs zien komen. In deze lockdownseries mocht ik als enige mens binnen onze landsgrenzen de Amsterdamse horeca bezoeken. Weliswaar overdag, en in tranentrekkend lege tenten, maar ik zat aan de bar in Casablanca, de Melkweg, La Bastille, Palladium, Paradiso, Jimmy Woo, de Smoeshaan, cafe Nol, enz, enz. Hier kreeg ik een shootertje, daar een lekker IJwitje, maar overal kreeg ik de liefde en passie voor het nachtleven geserveerd. Het was een van de leukste projecten die ik de laatste jaren mocht doen. Ik hoop en verwacht dat u die lol in de docu gaat terugzien.

De Dirk-actie van Tosti Creative bracht me op een idee. Ik belde bureau Tosti Creative en vroeg voorzichtig wat dat eigenlijk kost, zo’n raamposter. Ik ben niet armzalig, maar heb niet het budget van Dirk, laat staan van Heineken. Het bedrag viel me mee.  Zeg maar een goeie stapavond in pre-Corona tijden waarbij je jezelf en doe eens gek, ook je vrienden trakteert. Doen, dacht ik. En zo heb ik voor het eerst in mijn leven een raam gehuurd. Kluun steunt Ruk&Pluk, de Smoeshaan, cafe Nol en Weber en Lux. Ik zal eerlijk zijn: ik vind het retecool, cooler dan een advertentie van mijn boek op de voorpagina van de Volkskrant.

Wilt u ook uw stamkroeg, uw vrijmibo-etrablissement, uw afpilskroeg, uw avondzonterras of het plaatselijke dorpscafe steunen met een uw vriendencluppie, advocatenkantoor, hockeyelftal of reclamebureau? Bel of mail dan met Tosti Creative. Zij regelen alles. En dan kunt u , net als ik, straks apetrots een foto met uw naam posten op al uw social media.  Steun your local stamkroeg. Bel bureau Tosti Creative.

Ik wens u een goed, zij het kroegloos paasweekend.

Kluun

PS: Nee, ik heb geen aandelen in Tosti Creative en vang geen commissie.

Geplaatst op

De paasdoos

paasdoos

Wat je ook doet in de week van het paasontbijt op de school van je kind: vermijd de volgende dingen

  1. Zakelijke afspraken plannen.
  2. Andere plannen maken die niets te maken hebben met het paasontbijt.
  3. Een eigen interpretatie geven aan de boodschappenlijst die je kind je voor het paasontbijt heeft verstrekt.
  4. Die blauwe bloemetjespyjama van je kind in de was doen.
  5. De plastic zak met daarin het door het kind gekleide eierdopje, de zelfgeschilderde eierwarmer en het stickervel met paashazen, aanzien voor afval en hem bij het vuil zetten.

Vooral het laatste niet. Het staat qua gevoelstemperatuur gelijk met kindermishandeling (‘Ja, maar schatje, waarom heb je die spullen dan ook in een plastic zak gestopt, dit weekend zat alles nog in je paasdoos…’ ‘Da…ha…haa…hat…vo…ho…ond… – snik, huil, snotter – ih…hik…ge…ge…makkelijker…’) Het is dat Bart Smit, Albert Heijn, de HEMA en mijn vriendin wel bij de les waren en met gezamenlijke inspanning de inhoud van de paasdoos in de herkansing veilig hebben gesteld, afgelopen dinsdagavond, vlak voor zes uur, nauwelijks twaalf uur voor het paasontbijt, anders was ik reddeloos verloren geweest. Door de reddingsactie van mijn vriendin kan ik me de komende maanden gewoon vertonen in de klas van mijn kind, bij de kinderen in de klas van mijn kind, bij de ouders van de kinderen in de klas van mijn kind en bij de juf van mijn kind. O ja, en bij mijn kind.

paasdoos

Mensen zonder kinderen hebben er geen weet van, maar het kerstdiner en het paasontbijt op school zijn grotere evenementen dan het WK voetbal en de Olympische Spelen. Die hele vaccinatie-operatie is een lachertje vergeleken bij het paasontbijt op school.

Onderzoeken wijzen uit dat het paasontbijt gezinnen meer stress oplevert dan een verhuizing of een autorit van twintig uur naar de Costa Brava.

De eerste politieke partij die werkgevers verplicht om ouders van kinderen ouderschapsverlof te verlenen in de weken voor Pasen en Kerst geef ik een goeie kans bij de komende verkiezingen.

Deze column is alweer zeven jaar oud. Mijn tijd van paasdozen is gelukkig voorbij. Ik wens alle ouders die er nog volop inzitten veel sterkte. U bent niet benijdenswaardig deze dagen.

Geplaatst op

Een navelpiercing

‘Pap?
‘Ja, liefje?

‘Ik wil een navelpiercing…’

‘Geen sprake van.’

‘Waarom niet?’

‘Omdat je daar veel te jong voor bent.’

‘Nee, ik wil een echt argument.’

‘Volgens mij heb ik je net een echt argument gegeven.’

‘Ik ben bijna vijftien.’

‘Over vier maanden.’

‘Dat is toch bijna.’

‘Dat is helemaal niet bijna.’

‘Vanaf je twaalfde mag je gewoon een piercing, hoor. En een tattoo mag trouwens ook.’

‘O, je wilt ook meteen een tattoo?’

‘Nee. Althans nog niet. Maar het zou wel mogen. Net als een navelpiercing.’

‘Hoe kom je daar nou bij?’

‘Ik heb het opgezocht. Hier, op Rijksoverheid.nl: ‘Het is verboden een tattoo of piercing te laten zetten onder de twaalf jaar.’ Oftewel…’

‘Dat geloof ik niet. Laat eens zien…’

‘Alsjeblieft.’

‘Krijg nou wa-… wacht even: lees dan ook meteen wat eronder staat. ‘Jongeren van 12 tot 16 jaar mogen alleen een tatoeage met toestemming van de ouders. De ouders moeten aanwezig zijn als de tatoeage of piercing wordt gezet.’

‘Nou, maar dan ga jij toch mee.’

‘Ik peins er niet over.’

‘Dan doe ik het zelf wel.’

‘Hoe dan?’

‘Met een naald. Op internet staan instructievideo’s. Het is helemaal niet moeilijk.’

‘Weet je wat: je gaat je gang maar. In de la liggen naalden. Let er wel even op dat je de komende tijd geen afspraken maakt.’

‘Want?’

‘Omdat je de komende weken met veertig graden koorts in het ziekenhuis ligt met een etterende ontsteking waar het pus uitstroomt als lava uit de Vesuvius.’

‘Dit was vorige week. En toen volgde na dagen van zeuren, zeiken en zaniken een verrassende wending in het onderhandelingsproces. Ik ontvang een mail van mijn dochter, met een bijlage. Ik open de bijlage. In beeld verschijnt een powerpointpagina, met beeldvullende titel.

NAVELPIERCING.

Eronder een rits foto’s van gepiercete navels. Geen van de navels lijkt meerderjarig. Klik.

WAAROM EEN NAVELPIERCING?

  1. Waarom niet? (Het is 2021!!!!)
  2. Kaolo sexy
  3. Je mag 3-6 weken niet zwemmen, dus het moet deze winter)
  4. Ik ga veel sporten, want een piercing in vette buik = lelijk (nog een voordeel: we moeten nu wel echt uitkijken dat we niet zwanger worden!)
  5. Ik betaal hem van mijn kledinggeld

Zodra de piercingstudio’s weer openen, mag Y een piercing. Voorstel aangenomen op basis van opvoedkundige argumenten. Welke kind bedenkt er nu een powerpoint om zijn ouders te overtuigen?

PS: Intussen weet ik het antwoord Alle kinderen. Op TIKTOK stikt het van de powerpoint-presentaties om je ouders te overtuigen van elk plan dat ouders dreigen te dwarsbomen. Even de eigen naam invullen, hier en daar termen veranderen in thuisfeestje, vakantie, iPhone12 of navelpiercing en je zit geramd als puber.

‘Mijn vader trapt echt overal in,’ hoorde ik Y aan de telefoon tegen een vriendin zeggen.


Bovenstaand verhaal is fictie. Of, nou ja, ook weer niet. Maar ik ben niet de ‘pap’ in het verhaal en Y bestaat wel, maar ze is niet mijn dochter.  Y is overigens heel gelukkig met haar piercing en ze heeft vooralsnog geen bloedvergiftiging opgelopen.

 

[/et_pb_text][et_pb_text _builder_version=”4.9.1″ _module_preset=”default”]

Nog even wat meer info voor iedereen die z’n pubers te woord moet staan over piercings en vanaf welke leeftijd je een piercing mag.

Vanaf welke leeftijd mag je een piercing?

  • Het is verboden een tatoeage of piercing aan te brengen bij kinderen onder de 12 jaar. Een piercing in de oorlel mag wel.
  • Jongeren van 12 tot 16 jaar mogen alleen een tatoeage met toestemming van de ouders (of voogd). De ouders moeten aanwezig zijn als de tatoeage of piercing wordt gezet.
  • Jongeren van 12 tot 16 jaar mogen geen tatoeage op het hoofd, de hals, de polsen of handen. Zij mogen ook geen genitale piercing. Bij meisjes is een tepelpiercing verboden.
  • Jongeren van 16 jaar en ouder mogen zelf bepalen of ze een tatoeage of piercing laten zetten.

(bron: rijksoverheid.nl)

Geplaatst op

‘Hallo, ik ben Johan’

Zijn komst bezorgde me in de ochtend al diverse stoelgangen. Om 16.13 uur kwam Hij binnen. Johan Cruijff, de Grootste Voetballer die ons land ooit heeft voortgebracht, met een wereldwijde naamsbekendheid waar koningin Beatrix, Vincent van Gogh en Piet Hein groen en geel van jaloezie van zouden worden, deze Johan Cruijff stond in óns kantoor. In eigen persoon. Zijne Koninklijke Hoogheid was afgedaald naar ons.

Ons kantoor bestond uit een grote open ruimte, zonder hokjes, directiekamers en andere flauwekul. Alles en iedereen zat in dezelfde ruimte. Secretaresses, stagiairs, creatieven, accounttypes, schetsers, computernerds en de directie van de firma, waaronder ik.

Gasten, meestal gewichtige marketingmanagers, captains of industry en directiestropdassen liepen in bijna alle gevallen rechtstreeks langs alle bureautafels richting meeting room, met op z’n best een lichte hoofdknik naar de meute ter begroeting.

Zo niet Johan. El Salvador kwam binnen, keek rond, en ging op z’n gemakkie langs alle tafels, schudde één voor één de hand van Boris (23), Marc (28), Johan (47), Don (41), Devy (24), Jony (24), Eric (27), Arjan (38) en Kluun (destijds 36). En sprak daarbij telkens één onvergetelijk zinnetje. “Hallo, ik ben Johan.”

“Hallo. Ik ben Johan.” Mochten er bij mij ooit kapsones van welke aard dan ook zijn te ontwaren, dan geef ik u hierbij toestemming me op mijn bek te timmeren en me te herinneren aan het bezoek van Zijne Koninklijke Hoogheid aan Project X, donderdag 17 oktober 2000, 16.13 uur. “Hallo. Ik ben Johan.”

Geplaatst op

Kom er maar in, Albert, Aldi, Lidl en Jumbo.

huis van iemand anders

In de Van Woustraat, vlakbij de Stadhouderskade, zit een café waar ik vaak langsfiets. Zelf ben ik er nog nooit binnen geweest en het zal ook wel even duren voor er überhaupt iemand binnenmag, gaan we vanavond met de persco vast weer horen, maar de naam van het café deed me vanaf de eerste keer dat ik er langs kwam, glimlachen. ‘Het huis van iemand anders’. Vinkgrappig.

Deze week zag ik op de raam van het café deze poster hangen. Afzender Dirk van den Broek. Ik weet niet hoeveel Dirk de uitbaters van Het huis van iemand anders betaalt en daar heb ik ook niks mee te maken, maar ik vind het een mooi gebaar van deze super. Om me heen hoor ik veel mensen mopperen over de euforische jaarcijfers van supermarktketens. Onze grootgrutters hebben geen last maar juist profijt van lockdown, horeca sluiting en avondklok en dat wringt. Ik betrap mezelf er ook op dat ik als consument vaak de makkelijke oplossing pak en bol of appie langs laat komen met een bestelling die ik ook gewoon bij de plaatselijke deli, boekhandel, wijnerij of kantoorartikelenwinkel had kunnen bestellen en er vier uur later even langs had kunnen fietsen om mijn spullen op te halen. Gemak dient de mens soms teveel.

Een tijd geleden postte ik een verhaal over een briljante en vooral lieve promo-actie van restaurant Kees, tegenover mijn woonark. #vinkkees, zette ik daarbij. Nou, vooruit, deze sympathieke actie van Dirk krijgt van mij een pluim en een #vinkdirk.

Corona kregen we er toch samen onder, staat er toch op de muur achter minister De Jonge en min pres Rutte?

Nou, Albert, Aldi, Lidl en Jumbo: volg Dirk en kom er maar in met jullie eigen empathiemarketing. Support your local watdanook.

Geplaatst op

Minder roepen, meer luisteren

kluun minder roepen

Ik heb drie dochters. Eva (22) is klaar met haar studie culturele antropologie op de UvA en probeert in deze Corona-crisis op alle manieren aan werk te komen. On-line klusjes, afhaalhoreca, bijles. Je moet wat als lockdownjongere.

Lola (bijna 13) zit op de democratische School2Life, bracht tot vorige week haar dagen haar maanden door op TikTok (ze spreekt inmiddels vloeiend Engels en heeft meer volgers dan haar vader op de sociale kanalen) en probeert mij onaflatend de ins en out van kwantummechanica en alles over Billie Eilish bij te brengen. Roos (17) zit op het Barlaeus gymnasium en volgde maandenlang onderwijs per zoom, vanuit huis. Heel af en toe mocht ze naar school om PTA’s te maken.

Soms probeer ik haar te helpen. Bij Grieks en Latijn heeft ze niks aan me, met wiskunde ben ik in de loop van de derde brugklas afgehaakt, maar Nederlands gaat me best aardig af en met het huidige PTA zaten we midden in de herkomst van ons democratisch stelsel. Vond ik mooi. Via Hobbes, Locke, Montesquieu, Spinoza en Rousseau naar trias politica, het parlementair stelsel, de Grondwet van 1848, het ontstaan van Eerste en Tweede kamer en de verschillen tussen ons en het Britse en Amerikaanse systeem. 

We raakten in gesprek hoe je er eigenlijk achter komt wat je het best kunt stemmen. Ik stelde voor samen een stemwijzer in te vullen. Roos kwam uit op Groen Links. Mijn stemwijzer vertelde me dat ik het voor 71% eens was met D66, maar dat stemadvies had niet veel om het lijf: het verkiezingsprogramma van PvdA en VVD genoten voor 69% mijn goedkeuring, CDA, 50Plus (god betere het), Volt (!?) en de ChristenUnie 66%. Daar kwamen we niet veel verder mee. Eigenlijk kwam het me best goed uit: in mijn hart had ik al besloten bij deze kamerverkiezingen een andere afweging te maken. 

Ik ben me steeds meer gaan ergeren aan het machismo in de politiek. Het chronisch tekort aan empathie, het botte wegzetten van hele groepen jongeren als tuig, volwassen als ‘aso’s’ betitelen omdat ze zich even niet helemaal aan het woud van opgelegde Corona-regels houden. Na een jaar zwalkend Corona-beleid en een falende vaccinatie-strategie zou een beetje begrip en bescheidenheid meer op zijn plaats zijn. 

In deze crisis lijken onze politici het surplus aan macht dat hen nu toevalt verslavend lekker te vinden. Grapperhaus, Rutte, De Jonge grossieren in bühne-stoerheid, pedante zelfgenoegzaamheid en een über-stellig geloof in het eigen gelijk. Tegelijkertijd viel het me op dat landen met een vrouwelijk staatshoofd het in deze crisis verdomd goed doen, bovendien gesteund door een breed draagvlak onder de bevolking. 

Ik ga stemmen voor meer vrouwelijkheid in de Nederlandse politiek. In de eeuw van mijn dochters wordt het tijd dat de Nederlandse politiek feminiseert. Minder one-liners, minder hard-liners, minder Bokito, minder machismo. Minder roepen, meer luisteren. Dat is goed voor ons. Mijn stem gaat naar Sigrid Kaag van D66.

PS: U mag me corrigeren, maar voor zover ik weet is er van alle Zakenvrouwen van het Jaar nog nooit eentje failliet gegaan. Best een geruststellende gedachte voor de komende tijd.