Geplaatst op

Erectieplassen

Kluun Erectieplassen

Schrijvers & Piemels is het snelstgroeiende literaire Instagram account binnen onze taalgrenzen. Kluun mocht hun nieuwe concept aftrappen met een doorwrochte verhandeling uit zijn columnbundel Klunen 2. Lees het hier of bekijk hier het voorleesfragment!

Erectieplassen

We gaan het over een taboe hebben, een onderwerp waar men zelfs bij Spuiten & Slikken de vingers nog niet aan heeft durven branden: het niet omlaag kunnen krijgen van de plasser. Een stijve pik is wel zo handig als het op seks aankomt, een stijve plasser is een van de meest wrede problemen waar Onze Lieve Heer ons mannen mee heeft opgezadeld.

Situatieschets. Je wordt midden in de nacht wakker en voelt een aandrang tot urineren. Je wacht tegen beter weten in nog even tot de erectie vanzelf overgaat, maar strompelt tenslotte richting toilet, je wapen ten hemel gericht, wetende dat de wc-pot zich enkele meters verder niet als een basketbalring ergens hoog aan de muur bevindt, maar op de grond.
Daar sta je dan. Goede raad is duur. Nu stug doorzetten met plassen en hopen op een toevalstreffer, betekent gezeik. Met u. Iedere man weet uit ervaring dat een groot deel van onze urine die vanuit een erecte toestand wordt gelanceerd overal in de verre omtrek van de wc-pot kan belanden. Optie 2: de stijve plasser met kracht omlaag, richting target duwen, voelt niet alleen volstrekt onnatuurlijk voor een gezonde man, het doet ook pijn. 

Even wat biologie. De twee vloeistoffen die wij mannen op gezette tijden uitstoten, zijnde sperma en urine, moeten bij ons door dezelfde buis naar buiten. Bij sperma ziet zo’n uitbarsting er op goede dagen buitengewoon indrukwekkend uit, maar plassen met een stijve is geen pretje. De urine blijft ergens hangen, en dat doet pijn. Vergelijk het maar met een bevalling.
De doorstroming stokt ergens ter hoogte van de wortel van de penis. Daar waar de urinebuis van de vrouw slechts vier centimeter lang is, meet die van ons, mannen, twintig tot vijfentwintig centimeter. Hij begint zijn route in onze blaas, gaat recht door de prostaat, trekt via het noorden van de balzak richting de penis en legt daar de laatste – al naar gelang de lengte van de slappe penis – decimeter(s) af richting de buitenwereld.

Nu zit het probleem van een pik die niet omhoog wil veelal tussen de oren, maar waar het probleem van een plasser die niet omlaag wil vandaan komt, mag Joost weten. Kost het uitstellen van het mannelijk orgasme je als man van de wereld door ervaring en techniek steeds minder moeite (we hoeven maar te denken aan aan een concert van Andre Rieu, de aankomende autorit met de kinderen naar de camping in de Dordogne, of, als dat allemaal niet dreigt te baten, gewoon aan de twee gemiste kansen van Arjan Robben in de WK finale en het orgasme is weer voor enige tijd afgewend), maar een in onze slaap ontstane erectie, is een schier onomkeerbaar proces.

Dames, luister. Wij, mannen, komen van ver. Reeds als kleuter hebben we braaf leren gehoorzamen aan uw levensmotto ‘Heren bril omhoog, dames zitten ook graag droog’. Als volwassen, welopgevoede man hebben we ons, zij het met tegenzin, aangeleerd om onze urine niet meer te plas en te onplas in portieken en poorten neer te kletteren, maar netjes te wachten tot we een regulier toilet tegenkomen.

Maar op sommige punten moeten wij mannen onze hakken in het zand zetten

  1. We zullen tot in de eeuwen der eeuwen blijven weigeren om zittend te plassen – we vragen u ook niet om voortaan staand te plassen, om over een kliederboel te praten. 
  2. Wij accepteren dat u een week per maand vanwege uw menstruatie niet thuis geeft. Legt u er zich dan bij neer als wij bij tijd en wijle de boel finaal onderzeiken. Wees blij dat we nog zo viriel zijn dat we zelfs in onze slaap een stijve krijgen om een puntje aan te zuigen.

Hou van ons, heb ons lief, accepteer ons zoals we zijn. Ook als we weer eens slachtoffer van onze eigen potentie zijn geworden en de toilet in een paar minuten tot de Chinese zee hebben getransformeerd.

Kluun 

Fragment uit Klunen 2, uigeverij Podium 2013

 

Geplaatst op

Is dit tuig?

Kluun Is dit tuig

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Kluun (@schrijverkluun)

Kijk eens naar deze gezichten. Is dit tuig? Zijn dit aso’s? Zijn dit jongeren die iets ‘levensgevaarlijks’ aan het doen zijn, zoals minister Van Wout van Economische Zaken gisteren zei? Nee. Dit zijn heel gewone jongens en meisjes die maandenlang niet samen hebben mogen chillen, niet naar school mochten, niet samen hebben mogen drinken, feesten, vozen, lol trappen, keten, ofwel al die dingen die horen bij jong zijn en die wij veertigers, vijftigers en zestigers allemaal hebben gedaan, onze hele jeugd lang. Zullen we eens ophouden met deze kinderen, die een jaar solidair zijn geweest voor een ziekte waar ze zelf amper last van kregen, ‘tuig’ en ‘aso’ te noemen? Dit zijn jongens en meisjes die willen leven. Wie dat niet snapt is definitief en onomkeerbaar een asociale ouwe lul (m/v) geworden.

Geplaatst op

Ode aan het Paradijs

Poptempel Paradiso is naakt, ontdaan van alle sfeer en energie. Programmeur Sanne Lohof staart weemoedig naar de bar, die wordt verbouwd. Ik zie naar de ingewanden van de biertap, de leidingen, het houten geraamte van de bar. Het voelt alsof ik een operatie kijk die ik niet mag hoor te zien. Clubonterend.

Sanne gaat me voor, de trappen naar boven, waarin op eenzame hoogte begin voor te lezen. Ik kijk neer op mijn cameraman die me vanuit het midden van een lege zaal staat te filmen. Op een sticker, recht onder zijn schoenen, wordt geboden om anderhalve meter afstand te houden. Achter hem een stellage, twee bezems op de vloer, in de hoek een hoogwerker. Hier in deze lege koude zaal waar zoveel stemmen hebben geklonken, klinkt op dit moment alleen die van mij. Behalve Sanne en mijn cameraman is er niemand die luistert.

Paradiso. De nummer 1 van De Top 100 Aller Tijden van het Amsterdams Nachtleven. New York, LA, London, Berlijn, Manchester, Ibiza: nergens ter wereld is er een venue die al vijftig jaar onafgebroken open is, waar concerten en club-avonden zijn en dat zo geliefd is onder de hele bevolking. Ultra-hip of button-down, schootermakelaar of Mercatorplein-Marokkaan, frisse studente of dikbuikige vijftiger: iedereen heeft in Paradiso zijn eigen kippenvelmomenten gehad, ergens tussen 1968 en nu.

In 2011 presenteerden Parool-journalist Hans van der Beek en ik het boek hier, in Paradiso, voor de allereerste keer. Toen stond het hier stampol. Lieve, licht aangeschoten vrienden, uitgevers en andere boekenliefhebbers. Aan het einde van de boekpresentatie trakteerden we ons gevolg op een rondleiding door de catacomben van onze nationale poptempel (‘Pa, weet je dat je nu loopt waar de Stones en Prince ook hebben gelopen?’ ‘Dè’s verrèkes fèèn vur ze, jonghu’).

Aan de Amsterdamse Nachten is nu bijna uitverkocht. De állerlaatste exemplaren zijn hier te koop. Zodat je thuis kunt genieten van de Amsterdamse Nachten. Tot we elkaar weerzien, hier aan de bar in Paradiso!

Aan de Amsterdamse Nachten wordt herdrukt in een exclusieve uitgave. Je kunt je hier inschrijven voor deze uitgave, gesigneerd door beide schrijvers.”

horeca dicht amsterdam mist omzet avondklok

Geplaatst op

De Bruce Bus

Kluun De Bruce Bus

Vorige week was het een jaar geleden dat Erik van Bruggen overleed. Erik was mede-oprichter van BKB. Als grootse, meeslepende, eigenwijze, dwarse, onnavolgbare, legendarische kapitein van BKB, maakte hij elke dag de wereld beter. Actievoerder van kinds af aan. Dream out Loud als levensmotto.’ Het bureau heeft op haar site sinds deze week een requiem voor Erik online gezet: ‘Op vrijdag 14 februari 2020 is onze vriend, oprichter, collega en inspirator Erik van Bruggen overleden. Twintig jaar lang liet hij ons net een tandje groter denken. Waarmee hij bedoelde: het moet keer tien!

Ik schreef een verhaal over een idee dat ik ooit, hoe dom, voorlegde aan Erik. De Springsteen-express: een karavaan van Greyhound-bussen waarmee we naar het Malieveld in Den Haag trokken om de baas daar te zien optreden.

DE BRUCE BUS

Ere wie ere toekomt: het idee om vanuit Amsterdam met een hele Bruce-kolonie met een Greyhound-bus naar de baas op het Malieveld te gaan kwam van mij. Een idee. Niet meer dan dat. Had ik het daar maar bij gelaten.

Regel 1 als je Erik van Bruggen kent: deel nooit een idee met hem. Je kunt niet meer terug. Erik was, als het om ideeen gaat, een soort van inkoper die du moment dat je hem iets wilt verkopen, een instant-metamorfose ondergaat en ter plekke verandert van inkoper, in de beste verkoper ter wereld. Ineens was jouw ideetje, jouw hersenspinseltje dat nog niet rond was, dat eerlijk gezegd als je er goed over nadacht ook best een kutidee was, te duur ook, en onuitvoerbaar bovendien, en een hoop gedoe met zich mee ging brengen en ach, laat maar zitten, ik boerde maar wat op, het sloeg ook eigenlijk helemaal nergens op, laat maar zitten.
Te laat.
‘Geniaal,’ zei Erik. ‘Geniaal.’
Meteen wist ik dat het te laat was. Alsof je een xtc-pil hebt geslikt en alleen maar kunt wachten tot-ie in slaat.
‘Alleen moeten we het dan wel serieus aanpakken, Kluun.’
Ik werd altijd een beetje bang als Erik de woorden ‘serieus aanpakken’ en mijn naam in één zin uitsprak. ik kende Erik al langer dan vandaag.
‘Wat eh… bedoel je met ‘serieus aanpakken, Erik?’
‘Het moet een karavaan worden. The Springsteen-express. En er moeten van die grote stickers op die bussen.’
Bussen. Hij zegt bussen. What the fuck happened to bus.
‘Stickers?’
‘Ja. Op de zijkant van elke bus. The Springsteen-express. Geniale naam. Prachtig beeld.’
‘Maar laat ons het dan in ieder geval bij één bus houden, ik bedoel:  wij kunnen zelf maar in een bus op hetzelfde moment zijn.’
‘Onzin. Dan stappen Art en Leon en jij en ik onderweg over van de ene naar de andere bus, dat vinden mensen leuk.’
‘Ja?’
‘Ja. Dus als jij nou even een kwis schrijft, wie het meeste van Bruce weet, dan kunnen we die in elke bus doen.’
‘O?’

Een week later. Om de derde Springsteen-express bus die we last minute hadden gehuurd (‘die komt makkelijk vol, Kluun’ ) vol te krijgen, had ik mijn wekelijkse column bij Giel Beelen op 3FM noodgedwongen misbruikt.

De dag was daar. Het was ziek warm in Nederland. Er stonden files richting Malieveld, het leek een boerenprotest.Nu kende ik Greyhound-bussen eigenlijk alleen van de film en in de film zijn cool, ze brengen je naar de vrijheid, ze zijn de vrijheid. Catcher in the rye.
In werkelijkheid heeft een Greyhound een versnellingsbak uit de tijd dat Bruce Springsteen nog in zijn eerste huwelijk zat, geen vering, geen airconditioning en geen koelkast. Het bier was warm, Erik zweette zoals alleen Erik kon zweten en bij elke optrekkende beweging in de file klapte de hele meute bijkans tegen het stalen stoelgeraamte voor zich.

Het concert was, vanzelfsprekend, geniaal.Na afloop duurde het tweeëneenhalf uur voor we de touringcar-parking in het Haagse Bos konden verlaten.Ik nam een lauw biertje. Onze eigen Big Man lag inmiddels met zijn mond open voor in de bus te slapen.

 

Geplaatst op

Dé Flamingooos

Kluun Dé Flamingooos

De essentie van een lied zit ‘m vaak in één zinnetje uit dat lied. En dat is zelden de titel. Veel vaker zit het ‘m in een verborgen oneliner, die de rest van de tekst eigenlijk overbodig maakt. De Flamingooos zijn meesters in het tekstueel uitkleden, in zinnen schrappen, in less is more, in het schaven en slijpen totdat het lied van al zijn overtollig vlees is ontdaan. Dat deden ze eerder door Benny Neyman’s ode aan het vrijgezellenbestaan terug te brengen tot het meest basale filosofische inzicht dat het lied de mensheid heeft geleerd: Z’n eten haalt-ie uit de muur. Hun nieuwste parel kleedt het Brabants volkslied van Guus Meeuwis uit tot datgene wat ons in Corona-tijden van Lockdown, avondklok en horecasluitingen verbindt: Een Stille Stad

 

Geplaatst op

De Smoeshaan: de SOA van Jack

Kluun De Smoeshaan

De kerstversiering hangt nog voor de ramen als we binnenstappen bij het beroemdste theatercafé van Amsterdam: De Smoeshaan. Ze hebben hier allemaal aan de bar gezeten: Ramses, Liesbeth, Harry, Youp, Paul, Simone, Pierre, Jack, Hans. FC Bal in de Ploeg noemden ze zichzelf, de artiesten die hier elkaar klussen en schnabbels toespeelden. De band met het barpersoneel was, laten we het zo zeggen, er niet eentje waarbij de anderhalve meter-regel in acht werd genomen.

Kluun krijgt een lekker koud IJwitje aan de bar en leest barman Joost voor uit Aan de Amsterdamse Nachten. Over hoe Jack Spijkerman een telefoontje van een bardame kreeg met het dringende advies zich toch maar even bij de GGD te melden. (En nee, niet voor een vaccinatie tegen Covid19.)

Barman Joost gooit er nog een verhaal tegenaan over Youp van ‘t Hek, die een creatieve manier bedacht om de drukte aan de bar te omzeilen.

Kijk naar aflevering 8 van Aan de Amsterdamse Nachten: de lockdownseries, theatercafé De Smoeshaan.

Aan de Amsterdamse Nachten wordt herdrukt in een exclusieve uitgave. Je kunt je hier inschrijven voor deze uitgave, gesigneerd door beide schrijvers.”

 

Geplaatst op

‘Alles is hier oud. Wij ook.’

Kluun Alles is hier oud Wij ook

Aan de Amsterdamse Nachten – de lockdownseries, afl 7: Bruin café Ruk & Pluk

Janny de Bray (anno 1948) en Marijke Wijbrandts (1947) zijn de eigenaars van alcoholisch doolhof Ruk & Pluk in Amsterdam Oost. Hier is het altijd kerstmis. Het plafond van dit bruine café is dichtgesmeerd met een mengsel van goudkleurige folie, lichtjes en lampionnetjes en dat hangt daar het hele jaar door. In het midden bungelt een oude opblaas-lul. Die hoort niet bij kerstmis, maar wel bij Ruk & Pluk. Hij is een beetje aan de slappe kant. Marijke: ‘Ze roepen vaak dat we een nieuwe moeten hebben. Dan zeg ik: waarom, die ouwe lul past bij ons!’
Janny grinnikend: ‘Ja! Wij krimpen ook.’

beste bruine cafe amsterdam

Allerlaatste bruine café van Amsterdam

Beide barvrouwen waren zo verrukt met het bezoek, het eerste in maanden van lockdown, dat ze ons pas na officiële sluitingstijd lieten gaan. Kluun liet het zich welgevallen: hoe vaak word je in deze Coronatijden nou verwend, zittend op een barkruk, met koud bier geserveerd door twee vrouwen die al achter de toog stonden toen Sjakie Swart nog geen schaamhaar had.

Ga mee naar een van de allerlaatste ouderwetse bruine cafés die Mokum rijk is.

Aan de Amsterdamse Nachten wordt herdrukt in een exclusieve uitgave. Je kunt je hier inschrijven voor deze uitgave, gesigneerd door beide schrijvers.”

 

Geplaatst op

Eén dag Kamal

kamal carnaval

Laat ik u, voorzover u zelf geen Brabo bent, eerst even de functie van een Act met carnaval uitleggen. In tegenstelling tot wat u denkt, gaat carnaval niet om zuipen en zoenen (ach, laten we ons trouwens niet Roomscher voor doen dan we zijn – veul bier en een bietje kroelen hoort bij carnaval als een gek petje bij de paus), maar is het een roes van vier dagen creatieve onzin en humor. En daar hoort een Act bij. Acts uit mijn carnavalsverleden waren o.a. de pastoor- met-biechtstoel en fakir- op-een-vliegend-tapijt (van 3 x 2 mtr, uitrolbaar). Ook had ik ooit een levensgroot plastic varken bij me, maar daar was reeds een halfuur na binnenkomst in De Bommel de kop van afgebroken, waarna het beest al snel vol bier zat en dat ging stinken, dus hem heb ik weldra op de dames-wc achtergelaten. Er gaan de wildste verhalen over wat er daarna met hem gebeurd is

Vier dagen Kamal..

Mijn beste outfit ooit was ook meteen mijn slechtste. Een wereldact, dacht ik. Pakistaanse bloemenverkoper. Het waren de jaren negentig. In blackfacing zagen we nog geen kwaad. Ik zou vier dagen Kamal heten, had, naar de Wibra getogen om daar de lelijkste coltrui te kopen, een afgeleefde uitgezakte jas van zijn vader geleend, het gezicht met pakistaansbruine schmink ingesmeerd, haar zwart gespoten, de rozen stuk voor stuk in cellofaan gewikkeld, op de Albert Cuyp voor dertig euro honderd rozen gescoord zorgvuldig in een Albert Heijn-tas gestoken en klaar was Kamal. We hadden d’r zin an.

Met enkele getrouwen was ik twee minuten binnen in het eerste café en ik wist al dat ik, ondanks een carnavalscarriere van bijna 35 jaar, dit keer een faliekant foute keuze had gemaakt.

In Boerke Verschuren begonnen twee mensen achter de bar boos nee te schudden zodra ze Ik ontwaarden. ‘Hier niet verkopen!’ riepen ze en wezen erbij naar de voordeur.

In Moeke Brouwers moest Ik de portiers er minutenlang van overtuigen dat het hier een act betrof, vóór Kamal überhaupt binnen mocht. Binnen keken de mensen Kamal aan alsof hij stront was.

In Café Ome Jan vroegen twee jongens aan mijn vrouw, die mateloos populair was in haar jurk met een decolleté met een vaargeul waar een olietanker door zou kunnen stromen zonder enige schade aan te richten, wat ze toch in ‘diejen brùùne’ zag.

Ik werd er mismoedig van en dat is niet de bedoeling van carnaval, voor zover u dat niet wist. En zo geschiedde het, om 01.40 uur, op de eerste avond van vier dagen carnaval, dat Kamal besloot om zijn Albert Heijn-zak met geknakte, naar bier stinkende rozen in de Singel te flikkeren, de overgebleven zeventig rozen voor carnavalszondag en -maandag aan mijn schoonmoeder te schenken en vriend Chris te sms-en of ik voor de drie andere carnavalsdagen zijn pilotenpak niet mocht lenen.

kamal carnaval