Geplaatst op Geef een reactie

DJ

131122 catalogus podium cover dj

Deze week is de catalogus van uitgeverij Podium verschenen.  DJ, de roman waar ik nu aan werk, komt pas tegen de zomer uit, maar hier alvast de proloog van DJ. Als opwarmertje.

Een schrijver heeft grondstoffen nodig voor zijn verhalen. Hij heeft er drie tot zijn beschikking: zijn fantasie, de dingen die hij meemaakt en de mensen die hij ontmoet. Uit deze grondstoffen moet hij zonder enige beperking kunnen putten. Vooral uit de laatste. Echtgenote, kind, vriend, serveerster, buurman, taxichauffeur, leraar, uitgever of minnares: in de nabijheid van een schrijver is niemand veilig en zo hoort het ook. Een schrijver die zichzelf censureert, had geen schrijver moeten worden. Piëteit, loyaliteit, terughoudendheid, discretie, mededogen: allemaal prachtige deugden, maar een schrijver dient er zijn reet mee af te vegen.

Zoals iedereen weet, heb ik altijd ruimschoots geput uit mijn verleden. Komt een vrouw bij de dokter, De weduwnaar, Help, ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt!, Haantjes: stuk voor stuk verhalen die ik zelf heb beleefd, gezien, gevoeld. Klunen en Klunen2 bevatten tientallen columns waarin mijn kinderen, mijn familie, mijn liefdes en mijn vrienden voorkomen.

Thorwald van Gestel logeerde van 15 tot 19 september 2013 in mijn appartement in de Gerard Doustraat in Amsterdam. Hij kwam op eigen verzoek en alles wat hij heeft verteld, deed hij uit vrije wil. Als hij ’s nachts in mijn logeerbed sliep, kroop ik achter mijn laptop om alles wat hij me in de uren daarvoor toevertrouwd had tot een verhaal te smeden. Heb ik hem iedere letter die ik schreef laten lezen? Nee. Heb ik hem verteld wat ik van plan was te schrijven? Nee. Heb ik hem laten weten dat ik zijn verhaal weleens zou kunnen gaan gebruiken? Nee.

Thorwald van Gestel is een internationaal bekende dj, ik ben een schrijver. Hij had een verhaal, ik schrijf verhalen. Als je op de A2 zit en voor je rijdt een politieauto, ga je dan vragen of hij wel in functie is, voordat je hem met 140 per uur passeert?

Toen ik Komt een vrouw bij de dokter had geschreven, heb ik het het boek vóór het in de winkel kwam te liggen, laten lezen aan mijn beste vrienden, mijn ouders en de familie van mijn vrouw. Zodat ze wisten wat er in stond. Maar níet met de bedoeling dat ze ook maar iets mochten wijzigen.

Geen enkele zichzelf respecterende schrijver laat zijn verhaal tijdens het schrijfproces lezen aan anderen met de mogelijkheid om het te bij te sturen. In mijn geval: alleen mijn redacteur en mijn vriendin mogen tussendoor iets lezen.

Toen DJ eenmaal af was, heb ik Thorwald van Gestel het manuscript uiteraard laten lezen.

Zijn management blijkt niet gelukkig met het resultaat en heeft gedreigd juridische stappen te ondernemen om verschijning van deze roman te voorkomen.

Mijn uitgever Joost Nijsen en ik hebben echter geen moment getwijfeld of we dit boek moesten terugtrekken. We zouden geen knip voor ons neus waard zijn.

 

Amsterdam, november 2013

Kluun

Geplaatst op Geef een reactie

Coverinterview Revu

131030 revu kluun hoed amstel

Deze week interviewt Tom Kellerhuis in Nieuwe Revu Kluun. De foto’s zijn van Corne van der Stelt.

Een fragment:

Je hebt zelfs contact gezocht via medium Char met je overleden vrouw.

“Nee man, dat was een geintje met Giel Beelen. Het staat inderdaad op wikipedia, maar ik moet het ten zeerste ontkrachten. Ik heb nog nooit iets van Judith gehoord, of van mijn vader die vorig jaar is overleden. Ben je gek. Maar ik sluit niet dat er na de dood toch een soort energie blijft bestaan.”

Je bent katholiek van huis uit.

“Maar dat mag geen naam hebben. Ik werd misdienaar louter om het misdienaarsreisje.”

Je bent op je veertiende gestopt met bidden, schrijf je. Is er nog iets van spiritualiteit blijven hangen?

“Zeker wel. Maar het zijn fases. Toen mijn vrouw ziek werd, en pas overleden was bijvoorbeeld. Met geloven is ook niet zoveel mis. Gelovigen zoals Leo Blokhuis en Arie Boomsma vind ik vaak aardiger dan die zure atheïstische columnisten van NRC Handelsblad of de Volkskrant, die als Jihadstrijders willen bewijzen dat er geen god is.”

Jij bent dus niet helemaal van god los.

“Maar ik zou ook niet weten wie god is. Dawkings heeft een mooie schaal gemaakt van één tot zeven. Eén is: ik weet zeker dat god bestaat, zeven wil zeggen: ik weet zeker van niet. Ik zit tussen drie en vier: ik weet het niet, maar ik sluit zeker niet uit dat er wel wat is. Zo zit ik in de wedstrijd.”